Belangrijkste doelen rekenen

3B Blok 4
*De kinderen maken kennis met de kralenstang met 100 kralen.
*De kinderen doen teloefeningen tot en met 100 en hangen kaartjes bij de juiste getallen.
*De kinderen maken kennis met structuren met tientallen en leren dit handig te tellen.
*De kinderen hebben de splitsingen en het optellen en aftrekken tot 10 op een hoog automatiseringsniveau geautomatiseerd.
*De kinderen hebben kennis gemaakt met optellen en aftrekken over het eerste tiental en verkennen nu:
– de bijna dubbelen (8+8=16 -> 8+9= ..).
– de bijna verdwijnsommen (17-19 en 15-13).
– sommen als: 10+6=16 -> 9+6=…
*De kinderen maken kennis met de structuur van een kalanderblaadje.
*De kinderen vergelijken gewichten en maken kennis met het begrip inhoud.

3B Blok 3
*De kinderen verkennen de getallenrij tot 100.
*De kinderen koppelen getallen aan de getallenlijn, vullen stukken getallenlijn in en tellen verder en terug.
*De kinderen kunnen tellen met sprongen van 2, 4, 5 en 10.
*De kinderen leren door geld te gebruiken de structuur van de getallen tot en met 100 kennen.
*De kinderen leren bij het eerlijk verdelen van hoeveelheden dat getallen op verschillende manieren te structureren zijn.
*De kinderen werken aan het automatiseren van de splitsingen en het optellen en aftrekken tot en met 10 met aandacht voor:
– alle splitsingen.
– het vlot aanvullen tot 10 en afhalen van de 10.
– de omkeereigenschap.
*De kinderen verkennen het verdubbelen en halveren tot 20 (6+6=12 en 12-6=6).
*De kinderen leren gepast te betalen met de munten 1, 2, 5 en 10.
*De kinderen krijgen te maken met tijdsduur en maken gebruik van een tijdlijn.
*De kinderen vergelijken de afmetingen van verschillende torens, ontwikkelen gevoel voor oppervlakte en doen ervaring op met het lezen en interpreteren van een plattegrond.

3B Blok 2
*De kinderen verkennen de getallenrij tot 60.
*De kinderen koppelen getallen aan de getallenlijn, vullen stukken getallenlijn in en tellen verder en terug.
*De kinderen kunnen de getallen 9 en 10 op allerlei manieren splitsen.
*De kinderen werken aan het automatiseren van de optel- en aftreksommen tot en met 10 met aandacht voor:
– de dubbelen en bijna- dubbelen (4+4 en 4+5).
– de verdwijn- en bijna verdwijngevallen (8-8 en 8-7).
– omkeereigenschap (5+2=7 en 7-2=5).
*De kinderen oriënteren zich op de begrippen oppervlakte en omtrek.

3B Blok 1
*De kinderen vullen gaten in de getallenlijn, zoeken buurtgetallen en zetten getallen in de juiste volgorde.
*De kinderen maken kennis met de begrippen even en oneven.
*De kinderen kunnen de getallen 6,7 en 8 op allerlei manieren splitsen.
*De kinderen werken aan het automatiseren van de optel- en aftreksommen tot en met 10 met aandacht voor:
– de nulgevallen (7+0) en de verdwijngevallen (9-9).
– de erbij-1-gevallen en de eraf-1-gevallen (8+1, 1+8).
– de erbij 2-gevallen en de eraf-2-gevallen (6+2, 2+6).
– de dubbelen en de halveergetallen (4+4, 8-4).
*Het klokkijken met de hele uren wordt herhaald en verbonden met het dagritme van de kinderen.
*De briefjes 10 en 5 en de munten 1 en 2 worden geïntroduceerd. De kinderen leren af te lezen hoeveel geld er ligt en bedragen gepast te betalen.

3A Blok 4
*De kinderen leren vanaf een willekeurig startpunt door- en terugtellen tot en met 40.
*De kinderen leren heen- en terugtellen met sprongen van twee.
*De kinderen vullen gaten in de getallenlijn, zoeken buurtgetallen en zetten getallen in de juiste volgorde.
*De kinderen herhalen het splitsen en het optellen en aftrekken tot en met 10.
*De kinderen maken kennis met munten van 1, 2 en 5 cent.
*De kinderen kunnen bepalen in welke flessen er meer, minder of evenveel gaat.
*De kinderen leren een bouwsel nabouwen en afbreken om te kunnen bepalen hoeveel blokjes een bouwsel heeft.

3A Blok 3
*De kinderen leren vanaf een willekeurig startpunt door- en terugtellen tot en met 30.
*De kinderen maken kennis met het rekenrek en leren twee getalbeelden: het getal staat in zijn geheel op de bovenste stang en de dubbelen. 
*De kinderen leren getallen vlot structureren tot en met 10.
*De kinderen leren in allerlei contextsituaties het splitsen van getallen.
*De kinderen leren de betekenis van het plus- en minteken.
*De kinderen leren het vergelijken van lengtes en verkennen het begrip oppervlakte.
*De kinderen leren een serie gebeurtenissen in een logische volgorde te plaatsen. 
*Het klokkijken en de hele uren worden geïntroduceerd. 

3A Blok 2
*De kinderen vullen gaten in de getallenlijn, zoeken buurtgetallen, koppelen hoeveelheden aan de getallenlijn en zetten getallen op volgorde.
*De kinderen herkennen dobbelsteenstructuren.
*De kinderen leren getallen vlot te structureren.
*De kinderen leren getallen te splitsen.
*De kinderen kunnen aangeven of er meer, minder of evenveel aantallen zijn en oefenen met erbij- en eraf situaties.
*De kinderen doen ervaring op met het interpreteren en aflezen van een plattegrond.
*De kinderen werken aan hun tijdsbesef door het omschrijven van de dagen van de week. Hoe ziet een week er eigenlijk precies uit?

3A Blok 1
* De kinderen tellen verder- en terug tot en met 20.
* De kinderen vullen gaten in de getallenlijn, zoeken buurtgetallen en koppelen hoeveelheden aan de getallenlijn.

* De kinderen leren hoeveelheden vlot tellen.
* De kinderen herkennen dobbelsteenstructuren.
* De kinderen kunnen aangeven of er meer, minder of evenveel aantallen zijn.

* De kinderen krijgen de begrippen groot/klein, voor/ achter, hoog/laag, etc. aangeboden.
* De kinderen leren de cijfers 0-10 te schrijven.